Knoalsters mogen niet snakken, maar Johan Fehrmann voorziet wijk Beijum in Groningen al vijftien jaar, elke dag, van nieuwsverhalen. Vijftien jaar geleden begon Johan Fehrmann met zijn eigen hyperlokale nieuwsblog Beijumnieuws. Hij schrijft meer dan duizend berichten per jaar. ,,Ik kan niet meer stoppen. Ik heb er zoveel lol aan.’’ 

Foto: Nienke Maat

Johan Fehrmann (1956) groeide op in een arbeidersgezin in Stadskanaal. De regel was: een arbeiderskind gaat naar de ambachtsschool. Helaas had Johan twee linkerhanden. Hij ging van baantje hier naar baantje daar, belandde via het tweedekansonderwijs (de moedermavo en de moederhavo) op de sociale academie en uiteindelijk kwam hij terecht in de hulpverlening en de psychiatrie. Fehrmann werkte in Groningen, Drenthe en de laatste jaren in Balkbrug in Overijssel, met tbs’ers. Ook na zijn aanstaande pensioen in november wil hij wel een paar dagen in de week op afroepbasis blijven werken.

Drie, vier berichten per dag; het grote en vooral het kleine

Het is bijna niet voor te stellen dat Fehrmann – in de vorige eeuw geschaakt door de dochter van de melkboer uit de Oosterpoort – naast zijn volledige baan al vijftien jaar tijd vindt om de biotoop Beijum ruim van nieuws te voorzien. Met die twee linkerhanden van hem. Hij schrijft gemiddeld zo’n twaalfhonderd berichten per jaar. Drie, vier per dag, lang en kort. Beschouwingen, aankondigingen, het grote en vooral het kleine. Zijn weblog is een begrip.

Acht jaar geleden, landelijk nieuws: het buurtcentrum had het sinterklaasfeest afgelast. De organisatie vreesde problemen vanwege zwarte piet en kon de veiligheid niet garanderen. Fehrmann had de scoop. Vijf jaar geleden doken media op zijn verhaal over een man in een string die zichzelf had opgesloten in een hondenkooi in de dierenzaak.
Johan Fehrmann kocht 26 jaar geleden in Beijum het huis van het Groninger raadslid Peter Verschuren, inmiddels SP-wethouder in Midden-Groningen. ,,Voor een heel sociaal prijsje.’’

‘Doe zegst dat nou wel’

Alras vroeg de buurman of hij een keer wat voor de wijkkrant wilde schrijven. Hij wandelde naar een fietsenzaak vlak aan het Heerdenpad, ‘destijds zo ongeveer het drukste fietspad van Europa’, en liet zijn creativiteit de vrije loop. ,,Dat heeft een passie aangeboord, waarvan ik niet wist dat-ie er zat.’’

Fehrmann vond dat zijn als achterstandswijk bekend staande leefomgeving wel wat positiviteit kon gebruiken. De met de paplepel ingegoten en van het veen opgesnoven achterdocht komt hem in de lokale journalistiek goed van pas. Doe zegst dat nou wel, moar is ’t ook echt zo?

Foto: Nienke Maat

Zo ging het jarenlang goed. Op 12 oktober 15 jaar geleden, na een memorabele vergadering van de Beijumkrant , stapte hij op. Het bestuur bemoeide zich te nadrukkelijk met de inhoud van de wijkkrant. Fehrmann en andere vrijwilligers wilden onafhankelijk kunnen schrijven. ,,Ik zei: het is einde verhaal. Ik ben naar huis gewandeld, ben naar de zolder gelopen en een kwartier later was mijn blog online. Het was geen vooropgezet plan. Maar ik moest blijven schrijven.’’

‘Beijumnieuws is een wijktheatertje’

De Beijumkrant en Lijn6, een tweede online afsplitsing van de papieren wijkkrant, zijn inmiddels ter ziele. Fehrmann vindt dat ergens wel jammer. Beijum verdient een pluriforme pers. Dus hij is blij met de relatief jonge opvolger van de Beijumkrant , de Beijumer . Waar hij ook nog bijdragen voor levert.

,,Ik kan niet meer stoppen. Ik heb er zoveel lol aan.’’

Als er stront aan de knikker is, benoemt-ie het. Maar als hij een verdwaalde kat op straat ziet, schrijft hij het ook op. ,,Romantische journalistiek. Beijumnieuws is een wijktheatertje. Vijftienhonderd tot tweeduizend bezoekers per dag. Is dat veel? Knoalsters mogen niet snakken , maar ik ben er wel een beetje trots op. Had ik tien lezers, dan zou ik stoppen. De mensen hebben er kennelijk behoefte aan.’’

Vroeger ging alles op een ouderwetse computer met een beeldscherm waar zo’n achterkant aan zat, op een bureautje in een hoekje van de kamer. Uren gingen eenzaam voorbij. Een paar jaar geleden kreeg hij van de rest van het gezin (Fehrmann en zijn vrouw hebben twee zonen en een dochter) een laptop. Zo kon hij, ding op schoot, aanschuiven terwijl de rest tv keek.

‘Als je dat opschrijft, moet ik even bellen’

Hij kan en wil nog jaren door. Meer dan duizend kladberichten staan er op zijn laptop. Nieuws over zijn privésituatie hoeft niet uitgebreid de krant te halen, vindt hij zelf. Maar hij is voor vrije pers. ,,Als je het opschrijft, moet ik even wat familie bellen, die weten het nog niet.’’

Onlangs werd bij Fehrmann een agressieve vorm van prostaatkanker geconstateerd. ,,Ik ben geen dokterloper en Knoalsters mott’n nait soezen . Maar ja, dat woord. Kanker.’’

Fehrmann ziet aan de horizon genezing, maar af en toe wordt het mistig in zijn hoofd. ,,Mijn dochter zei: pap, je wordt ineens geconfronteerd met je eigen sterfelijkheid. Zo is het.’’

En hij wil nog jarenlang op pad.

Fehrmann fietst door de wijk, zijn wijk, en denkt: wat is dit nou weer? En wat is dat nou weer? Was het Boeddha of een Griekse filosoof die de Kuifje van Beijum voorging, 2500 jaar geleden: ,,Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen. Niets blijft hetzelfde.’’


Bron: dvhn.nl